Timid LambdaThoughts, paradoxes, anxieties

Op slot

11 Jul 2021

Ik ga op slot als ik dingen moet organiseren, en niet precies weet hoe.
Of, ik ga op slot als ik hulp moet vragen, maar niet weet hoe, en het voelt alsof het al te laat is.
In dit geval moet ik mijn zusjes' bachelorparty organiseren.
De lat ligt niet heel hoog, we moeten gewoon een leuke middag en/of avond hebben.

Ongeveer een maand geleden, nam ik de eerste stappen, wat leidde tot een groepje genodigden, een datum, en een whatsapp groep, en dat voelde eigenlijk al best als een overwinning.
(Maar Rein moeest we wel eerst vertellen, eigenlijk vrij concreet uitspellen, dat ik dit eerst moest regelen, en dat het daarna allemaal wel los zou lopen.)

Daarna is er een keer een videocall geweest met, volgens mij, alle 8 genodigden.
Ik had in principe aan iedereen gevraagd of ze wel of niet in een whatsappgroep wilden, maar had niet echt door dat dat organisatorische pressure zou leggen.
Dat werd wel duidelijk in de videocall. Die verliep, naar mijn gevoel in ieder geval, wat vervelend: eerst werder meer en meer ideeen aangedragen, totdat iedereen een beetje uitgeput raakte van de hoeveelheid ideeeen en de afwegigheid van beslissingskracht.
Carli was de eerste die dit verwoorde, door iets gestresst aan te geven dat ze mss liever niet mee wilde organiseren/bedenken, maar bv. wel taakjes zou kunnen uitvoeren.
Ik vind het suf, omdat ik super goed weet hoe dit voelt. Deze dynamiek vind ik super stressvol, en is voor mij altijd een groot issue geweest bij stedentrips, Julia en mijn eerst trips samen, en hoe het ging bij de paar kleine commissies/studentenverenigingen waar ik bij zat in de uni.
De dynamiek van het met een te grote groep, zonder duidelijke structuur, organiseren van een event.
Niet iedereen voelt dit zo, maar ik word er gestresst van.
Over de jaren ben ik heel (heel) veel beter geworden in zulke situatie's navigeren, maar vooral wat betreft het temperen van mijn anxiety, niet het kunnen oplossen of sturen van de situatie.

Nu zijn we nog maar twee weken (of eigenlijk maar anderhalf) van de dag, en er is op de hoofdactiviteit na, die een van Heleen's vriendinnen op zich neemt, eigenlijk verder niks georganiseerd.
(De locatie, op de activiteit na het belangrijkste item, is half half georganiseerd, maar komt (gelukkig) wss wel goed. (Er zijn twee leads, 1 onzeker, 1 vrijwel zeker.))
Omdat ik de call uitkwam met een sterk gevoel dat de rest v/d organisatie gericht gedelegeerd moest gaan worden, wat ik dan zou gaan doen (I guess), en wss in individuele telefoontjes met de geinteresseerden, lag de bal in die zin wer bij mij.
(En kon het dus niet in whatsapp gelegd worden.)
En omdat ik niet goed wist hoe precies verder te gaan (omdat er hier en daar wat onduidelijkheden waren over de dagplanning), en omdat ik zo veel kleine items in mjin hoofd had zitten de afgelopen tijd, heb ik het gewoon laten liggen, super onhandig.

Nu is er weer wat interactie in de app, en ik voel me geroepen om hulp te vragen, verontschuldigen voor mijn absentie.
En ik vind het heel erg moeilijk om dit te verwoorden. Ik ben de zin met "[..] Het moet ook gezegd worden dat ik het organiseren niet super fantastisch het opgepakt," en wil vervolgens vragen om hulp.
Maar ik zit vast, want, (1) ik had dit al veel eerder moeten doen, en (2) ik weet eigenlijk nog altijd niet het antwoord op de latente vraag die mij op slot zette: hoe moet ik het dan delegeren?
Het voelt als een catch-22, zoals ik dat altijd heb: ik wil hulp bij de organisatie, maar om dat te doen moet ik een structuur van delegatie hebben die werkt, maar die weet ik niet, maar daar heb ik hulp bij nodig.
(Het werkt, bewezen in zekere zin, niet, als ik telkens met iedereen afzonderlijk bel, want dan moet ik het eigenlijk tillen/dirigeren. Maar een whatsappgroep leidde ook tot niks, omdat teveel mensen tot dysfuntie leidde.)
Ik moet hier heel hard over nadenken, en prik vervolgens door de impasse heen met een bericht dat vertelt waarmee ik worstel maar nog geen oplossing bevat ... ik weet dat dat toch beter is dan geen bericht in de eerste plaats.
"...mss had ik toch beter aan moeten geven waar ik hulp bij kan gebruiken. Maar dan mss hierbij :) Suzan, zullen wij morgen bellen over eten enz? En Djoeke ... ..."

Het duurt me letterlijk nog een minuut of twee voordat ik een daadwerkelijke oplossing bedenk, al is die nog altijd heel suf (en ook painfully obvious): ik moet per onderdeel een whatsapp-groepje maken met de paar mensen die mee willen helpen.
Ik stel dit idee tentatief voor, en durf eigenlijk pas de twee groepen aan te maken als Yvonne het idee prijst.

  • Ik zit zo veel in mijn hoofd, en maak van een ogenschijnlijk simpel probleem zo iets moeilijks. Het gevoel is telkens zo gewichtig, en ik blaas het heel veel inhoudelijke gevoelsmatige negatieve waarde in
  • Ik voel me zo rot en incompetent en slecht omdat het patroon zo evident telkens voorkomt in mijn leven en ik er niet verder mee kom.
  • Oplossingen, inhoudelijk of qua dyaniem, liggen in hele concrete stapjes, die ik pas na jaren ontdek na er jaren mee te hebben geworsteld
  • Ik heb heel veel hele slechte ervaringen gehad, simpelweg omdat ik kleine dingen zoals dit niet kon, die gewoon totaaal vermijdelijk/onnodig waren
  • Het is een wonder dat Julia een paar jaar lang een aantal grote zenuwinzinkingen van deze vorm meemaakte, maar ons samen er doorheen trok, en bij me bleef
  • Ik heb het idee dat de demarcatie van mijn relatie met Julia ook mss wel hierdoor bepaald is

Dit stukje is niet compleet als ik er niet bijvertel dat familievakanties in mijn jeugd ook altijd door dit fenomeen werden beinvloed/bepaald.
Mijn ouders zouden op cruciale momenten, na langen sluimering/opbouw, op elke vakantie die ik me kan herinneren, in ruzie uitbreken, over wat in essentie organisatieproblemen waren.
Zouden we naar het strand gaan, of naar de stad, of bij mijn oom op bezoek, of gaan raften, of ...
Het is moeilijk om heel simpel uit te leggen waarom ik deze vraag telkens zo stressvol vond.

Het leek er om te gaan of iets uberhaupt de moeite waard was. Overal zat een enorm waardeoordeel in. Vooral van mijn vader, maar ook van mijn moeder.
Die camping is zo belachelijk ondraaglijk, daar zouden we echt nooit naartoe. Niet volledig uitgesproken, maar heel duidelijk te voelen.
Het is misschien een van de grootste verademingen geweest van mijn leven, toen Julia en ik bij een roadtrip door Duitsland, later in onze relatie, kampeerden bij een heel er volksduits campinkje, en bij het restaurant/cafeetje bradwurst en schnitzel gingen eten, bier dronken, en verder niks deden.
Dat ik door die laag van contempt van mijn ouders wist te prikken, meeging met de flow, en simpelweg genoot.
De afgelopen (4 ofzo) jaren zijn misschien zelfs te bestempelen als een persoonlijk project in het doen van alle dingen die ik impliciet als raar/ondinair had bestempeld, maar die vooral het effect op mij hadden van eng/vreemd aanvoelen.
Met Cyril is het project om alle McDrive's in Gelderland te hebben gezien.
Met Jeroen pak ik terrasjes, ongeacht of ik ze een geweldige sfeer vind uitstralen.
Toen ik afgelopen week met Barbara op (geweldige) dat was, en ze heel graag hartige pannenkoek wilde eten maar alle pannenkoekenplekjes/-boten dicht waren, gingen we op leidseplein pannenkoeken eten.
Met Julia in onze latere vakanties, bewoog ik me ook buiten mijn bekende confortzone, maar begonnen de vakanties veel leuker te worden. De eerdergenoemde duitse camping, maar ook ons Zweedse "half natuurkamperen", en onze mini uitje naar Leiden die veel beter verliep van onze vroege Antwerpes trip.
Ik laat me zo uit het veld slaan als ik de sfeer van een situatie niet begrijp, en dan uit een soort instinct uit mijn jeugd, anxiety krijg.
Maar als ik 1 of 2 vuistregeltjes heb, en me ontspan, kan ik een onduidelijke situatie met een onduidelijke sfeer prima navigeren.
Jeroen heeft me de vuistregel geleerd dat je contact moet zoeken met de mensen om je heen, hoe weird of ongemakkelijk dat ook is.
Een klein beetje communicatieve ongemak met de bediening, door bijvoorbeeld een persoonlijke vraag te stellen of een heel domme menu-vraag, werpt jou en de ander in een spontane gedeelde sociale ervaring.
Vanaf dat punt/moment, is er vaak veel meer mogelijk. Je zit nu samen in die boot, en het is leuk om te zien hoe je er samen iets van moet maken, off-script.
De sfeer van de sociale interactie neemt de plaats in van de sfeer van de plaats.

Er was een keer op zo'n familievakantie dat we in de auto zaten, op een urenlange reis van de ene naar de andere plek.
Een daguitje ergens naartoe.
Ergens tijdens de rit kwamen we dicht in de buurt van een soort water-pretpark, zo bleek, en natuurlijk wilden wij kinderen daar dolgraag heen.
Ik kan me niet herinneren of we dat volmondig verklaarden of slechts hesitantly aangaven.
Mijn ouders overwogen het, en het dilemma was duidelijk te voelen in de lucht.
We zijn zelfs vrijwel helemaal tot de poort van het waterpark gereden, voordat ze toch besloten het toch niet te doen, en we reden weer door.
Hoe vervelend ik die situatie vond heb ik heel lang onthouden, maar vind ik inmiddels (gelukkig) lastig om precies voor de geest te halen.
Dat we uiteindelijk niet naar het pretpark zijn geweest was slecht een tijdje balen.
De spanning tussen mijn ouders op dat moment van het bepalen wat we zouden gaan doen, hun onvermogen om daar bovenuit te stijgen, is me heel erg lang bijgebleven, en is denk ik dezelfde spanning die ik vervolgens altijd bij me heb gedragen.