Timid LambdaThoughts, paradoxes, anxieties

Lied

3 Jul 2021

Mijn vader vind het heel belangrijk om als familie iets voor te dragen op Heleen's bruiloft. Ik vind het heel moeilijk om hier mee enthousiast over te worden, dus hij moet het erg trekken (in zijn algemeenheid zit ik met wat tegenzin in het hele trouwen-gebeuren). Met minimale instemming van mij (aan de keukentafel in Wageningen), is het nu geworden: een meezing-lied, dat we deels ook kunnen voordragen/begeleiden met piano, contrabas, gitaar. Vandaag zou hij langskomen om er samen aan te werken. Mama kwam ook mee, en deed haar eigen ding in de stad (een hoed kopen, tegen de zon, nu dat ze herstellende is van een chirurgische ingreep tegen een goedaardig stukje kanker bij haar neus).

Ik ben moe, heb ook gewoon slecht geslapen de afgelopen dagen, en vind het zoals altijd, heel moeilijk om leuk & constructief bezig te gaan. Eigenlijk gradraag ik me een beetje etterlijk, als een niet-geinteresseerde tiener. Dit gebeurt altijd als ik met mijn ouders ben, ik vind het ook gewoon niet zo leuk om bij mijn ouders te zijn, voor een groot deel ook vanwege deze rare dynamiek. Ik kan er natuurlijk zelf verandering in brengen, en het voelt dus ook een beetje alsof ik me aanstel, ik gedraag me kinderachtig. Doe volwassen, sla een andere toon aan. Als ik met anderen ben ben ik helemaal niet zo. (Ik vraag me ook af wat voor beeld mijn ouders hebben bij mijn samenzijn met anderen, dat zal vast heel vreemd zijn, en helemaal niet kloppen.) Maar er is iets aan mijn ouders dat alle energie uit mij zuigt, ik heb helemaal geen zin in de situatie. Terwijl mijn vader aan de tekst zit te werken (en mij probeert erbij te betrekken), overdenk ik de dynamiek, en gaan een paar theorieën door mijn hoofd. Waarom laat ik me niet meegaan in de situatie? Zelf als mijn vader op de piano speelt, of een stuk zingt (en ik zing heel af en toe een stukje ook mee), en ik voel de schoonheid van de situatie, ben ik geneigd om mee te doen maar dat doe ik toch niet. Misschien ben ik nog boos op hem, of accurater gezegd, ik kan hem niet vertrouwen. Ik wil me niet overgeven, omdat me teveel pijnlijke herinneringen bijblijven van ruzies met hem. Ik vermijd tenslotte (in zijn algemeenheid) ook heel veel gesprekken met hem, of, zeg, snijd een hoop topics niet aan die veel te veel moeite en omgemak zouden kosten. Ik voel me slecht. (Het speelt ook mee dat we, inhoudelijk, leuke en tekenende dingen over Heleen (en ook wat over Herman) moeten zeggen. Ik heb er angst in dat wat we bedenken te plat, te inhoudsloos, zal zijn. Ik weet eigenlijk best weinig van mijn zusje, en al helemaal niet mooi verwoord in tekst om te zetten. De tekst zal meer over ons zeggen dan over Heleen, ze zou beter verdienen.) Een specifiek tekenend moment is als papa op mijn keyboard een stuk van Bach gaat spelen. Het is een stuk van hij al jaren en jaren speelt (en ook nog altijd niet heel goed), ik ken het door en door. Er is geen andere reden om het stuk te spelen, geen functie dient, anders dan (1) het kunnen vertellen dat het toch eigenlijk nog best aardig klinkt op het keyboard, al is het geen piano (iets wat een behoorlijk ding is voor hem), en (2) zich openstellen. En het stomme is, dat ik het een ontzettend mooi stuk vind. En misschien pijnlijk mooi met een bijsmaak, omdat hij het nog altijd niet echt mooi speelt, maar al die jaren blijft proberen, sinds hij mijn pianolessen bij mijn pianodocent overnam toen ik, zeg, 16 was, en vertikte te blijven pianospelen vanwege al onze ruzies erover. (Het kostte me destijds heel veel moeite en een emotionele instorting bij die docent om aan te geven dat ik wilde stoppen. Tegen papa had ik het al gezegd, en hij vertelde me (waagde me?) dat ik het zelf bij Tanja moest aangeven als ik dat echt wilde.) Ik voel de neiging om de contrabas te pakken om wat mee te spelen, stel me ni mijn hoofd al voor welke noten ik zou spelen, maar doe het niet.

Als mijn moeder terugkomt en bij ons aan de tafel komt zitten (ik geef haar een broodje zoals we die zelf al hadden gegeten enz), en mijn vader wat gaat vertellen en voorlezen wat we (vooral hij) heeft gemaakt, moet ik mijn huilen onderdrukken. Dit effect heeft mijn moeder vaak op me. En ze vraagt me of het goed met me gaat (en haar bijpassende wat verdrietige en verdrietig-makende stem), ik zeg dat ik vooral gewoon erg moe ben. (Wat ook in principe klopt.) Ook nu ze weg zijn en ik aan dit stuk schrijf, bevind ik me in zo'n rare toestand van "upset zijn", maar niet perse moeten huilen. Maar met een verdrietige zin of een verdrietig lied, traan ik. Ik kan me er niet zo goed aan overgeven omdat mijn huisgenootje er is en we eten moeten plannen, maar als ze er niet was had ik dat verdrietige lied aangezet om er in te duiken (zelfmedelijden), zodat ik er aan de andere kant weer uit kan komen (uitgeput maar ook uitgerust). Het gebeurt me op deze manier niet zo vaak meer, maar ik herinner me hoe ik vroeger telkens in een loop van zelfmedelijden terecht zou komen. In dit patroon, voel ik me slecht, en overdenk ik dingen die telkens terugkomen bij gedachtes uit zelfmedelijden, in een spiraal van telkens herhalende (meta-)gedachten die me in hun greep houden. Alsof alle andere gedachten en situaties die ik in mijn hoofd afspeel, alleen maar brandstof zijn voor die ene centrale gedachtegang "Waarom lukt het mij niet om uit mijn verdriet te klimmen? Waarom vind ik het allemaal zo moeilijk?" Aan het einde van mijn eerste wat serieuze relatie (met Karlijn, inmiddels 8 ofzo jaar geleden) voelde ik me telkens zo. Toen we het uitmaakten had ik een emotionele instorting van zeg een kwartier of meer, van precies deze (volledig egocentrische) smaak, voordat we pragmatisch verder konden praten.

Facts. Slaaptekort was vandaag een factor, maar eten niet. Sterker, ik nam momenten om eten te pakken en aan te bieden etc.