Wiebelige paden
De snelweg lijkt recht en strak het landschap te doorkruisen, maar dat is slechts zo omdat het groter dan ons is, langer en verder strekt dan op onze natuurlijke schaal van beleving. Op die grotere schaal is de weg nog best recht, maar op de menselijke schaal wel gewoon wat wiebelig. Zeker de automobilisten die er overheen rijden, wiebelen nog best wat heen en weer, in hun poging de robuuste lijn vooruit, die de snelweg suggereert, na te bootsen.
En zo wiebelt er nog wel meer, wat anders zo gestroomlijnd lijkt. De betekenis van onze spraak, is zeker niet zo eenduidig, en de woordkeuze niet zo goed passend, als je er de loep bij neemt, als dat onze vlotte en betekenisvolle communicatie ons daar anderszins vanuit doet gaan. Onze taal heeft de schijn van een doek, dat over de waarneembare wereld gelegd kan worden, terwijl het eigenlijk vooral een setje dartpijlen is, gering in aantal en lastig te mikken. Als gevolg verkleinen we natuurlijk de wereld tot de bespreekbare dingen, en gek genoeg zijn we dan nog best goed in het mikken van die enkele dartpijlen.