Alles draait om cognitie
Hoewel we onszelf als soort vaak prijzen met superieure mogendheden, lijkt ons vermogen de werkelijkheid te kunnen waarnemen nu net datgene te zijn dat de rand van het menselijke vermogen definieert. (Ten opzichte van de neiging te denken dat dit eerde bepaald wordt door andere factoren, zoals reële, pragmatische, politieke, etc.)
Een hoge IQ komt slechts neer op het ietsje beter waarnemen van abstracte analytische structuren, en kan niet eens in 'schone' vorm (vrij van complexe, intermodale, rommelige psyche en associaties ed) bestaan. Soortgelijk, komt een hoge EQ slechts neer op het beter kunnen waarnemen van de menselijke trans-subjectieve werkelijkheid.
Onze psyches zijn zo waanzinnig specifiek en ingewikkeld vormgegeven voor deze ogenschijnlijk eenvoudige doelen. Dit lijkt onwaarschijnlijk, maar kan ook logisch worden bevonden. Zoals veel natuurlijke dingen, heeft evolutie ook ons brein op een heel idiosyncratische manier vormgegeven. Deze idiosyncratie, en het gegeven dat evolutionair ontwikkelde structuren inherent vooral acculumulatief zijn, leidt ons tot onze idiosyncratische vorm van denken.
Een gerelateerd idee, al weet ik niet zeker of het volledig rijmt met het voorgaande. Stel, we werken met de notie dat ons denken (zoals we dat onderdaad bij neurale netwerken zien) qua complexiteit waanzinnig specifiek is, om vervolgens betrekkelijk simpele opgaves te ondernemen. Dan betekent dat dus dat de menselijke fenomenologie nodelijkerwijs veel inwikkelder is dan bruikbaar is. Dit is het dilemma van de geest. Een zeker antwoord van de evolutie is om deze fenomenologie terug te dringen (de reden dat drugs zo'n groots effect kunnen hebben).