Vader
Het brak mijn hart om mijn vader zo te zien lopen, een beetje stuntelig, teneergeslagen. Een beetje gebroken. Ik had hem willen vertellen -- maar dan wel zo dat hij het zou begrijpen zoals ik het bedoel, en niet tegen zou gaan werken, kibbelen of discussieren, zonder de beerput te openen -- je mag trots rechtop lopen, ik ben niet boos op je, het is niet jouw schuld. Kijk: ik floreer, alleen een beetje anders dan je dacht of hoopte dat ik dat zou. Je mag trots op mij zijn, je mag hier trots op zijn, je mag rechtop lopen. Je begrijpt niet waarom het leven je zo tegenwerkt, dat snap ik. Dat snap ik zelf vaak ook niet, omdat ik ben zoals jou. Maar ik begrijp het nu, en het is gewoon een persoonlijkheidsprobleem, en je kunt er mee leren leven. Niet in je eentje natuurlijk, en zeker niet vermakkelijkt door een harde en strenge opvoeding, maar door begripvolle gezonde mensen die van je houden. En dan nog kost het enkele jaren, of misschien ben ik nog niet klaar. Maar zo eenduidig is het, en dan hoef je je niet meer star en met tunnelvisie tot de wereld te verhouden, en dan is de wereld niet meer iets wat, ondanks al haar paden tot kennis en inzicht, desondanks vooral tot verdriet en onbegrip leidt.